hand van overgeleverde afbeeldingen en beschrijvingen te
reconstrueren. Van Andries Beeckman bestaan twee schil
derijen (een in het Rijksmuseum te Amsterdam, de andere in
het Instituut voor de Tropen aldaar), beide in 1656 een kijk
op het kasteel gevend, gezien vanuit Kali-besar-west, bij de
Maleise gracht. De platen bij Nieuhof, die in 1682 zijn boek:
„Zee en lant Reyze door verscheidene gewesten van Oost-
indiëninsonderheit een wijdloopige verhael der stad
Batavia" (Amsterdam, Wed. van Jac. van Meurs) publiceerde,
verdienen weinig aandacht. De platen in Valentijn's boek zijn
stijf en allerminst artistiek, maar wel meer betrouwbaar. Van
veel belang, doch niet steeds geheel overeenkomstig de werke
lijkheid, doordat er wel eens wat is weggelaten of toegevoegd,
zijn de platen van Johann Wolffgang Heydt (zie afb. 5).
Heydt, die in 1740 repatrieerde, heeft uitgegeven: „Aller-
neuerster geographischer- und topographischer Schauplatz von
Afrika und Ost-Indiën enz." De platen van Johannes Rach
van Kopenhagen zijn nog van meer belang. Deze Deen kwam
in 1762 als kanonnier per schip Noord-nieuwland van de
kamer Rotterdam uit Europa. Eerst diende hij ruim twee jaar
aan de Kaap, waar hij reeds curieuse tekeningen maakte. In
1764 is hij te Batavia. Als Majoor der artillerie, werd hij op
5 Augustus 1783 uit zijn woonhuis in Roea Malaka begraven.
Behalve dat zijn tekeningen belangwekkend zijn, is er zeker
in artistieke zin een groei in zijn werk te onderkennen.
Afgaande op het genoemde afbeeldingsmateriaal, kunnen we
nu trachten ons de toestand van het kasteel omstreeks het
begin van de achttiende eeuw voor de geest te halen: Door het
Landpoort, welke aan weerszijden door wachthuizen, tevens
soldatenkazernes, geflankeerd werd, het kasteel betredend,
komen we eerst op het Paradeplein. Als we op audiëntie bij
de Gouverneur Generaal willen, moeten we wachten bij de
Pinangpoort (aangeduid met de letter G op fig. 13). De tijd
verdrijvend met sirih kauwen, begrijpen we de naam van deze
poort (pinang sirih). Eindelijk komen we dan aan de beurt
en begeven ons naar het „Gouvernement" aan de noord-west
zijde van het Paradeplein. We bestijgen het met een stenen
leuning versierde bordes en alvorens binnen te treden, bekijken
58