Magister Constantinus Citharaeus stelde een Rijmbijbel samen,
die in 1630 te Amsterdam gedrukt werd.
Hoewel het gehalte der samenleving dus langzamerhand beter
werd, was het leven te Batavia in de eerste helft van de zeven
tiende eeuw nog zeer sober, waartoe de lage lonen der Com
pagnie uiteraard ook noodzaakten. Hoewel men wat betreft
hygiënische leefregels nog geenszins op de tropen was inge
steld, was er toch reeds vroeg enige gezondheidszorg van over
heidswege, wat tot uitdrukking kwam door de aanstelling van
een stadschirurgijn. De opper-chirurgijn van het kasteel, An-
dreas Dureus, zoon van een Schotse dominé, was een tijdgenoot,
medewerker en vriend van Bontius. Reeds in 1635 wordt een
vroedmoeder genoemd.
Ook voor het onderwijs toonde de regering aandacht: de
Bataviase school was niet enkel dag-, maar ook kostschool of
weeshuis voor kinderen van Europese en allerlei inheemse
landaarden, jongens, zowel als meisjes. Bovendien was het een
tehuis voor vrouwen en Compagnie's slavinnen, aspiranten
voor de populering van het veroverde land. Een trouwlustig
ex-soldaat of matroos kon daar een keus doen! Al met al een
eigenaardige primitieve instelling! In de eerste eeuw van
Batavia's bestaan was er medeleven van overheid met burgers.
De periodieke feestelijkheden: nieuw jaar; de „verovering";
de optrek der schutterij; de afvaart der retourvloot, werden
door de burgers met de overheid mee beleefd. Andere evene
menten waren de aankomst van schepen uit Patria; de komst
van een vreemd gezantschap of de ontvangst van een vorste
lijke brief, dan wel de viering van een overwinning. Overigens
was het leven zeer eentonig: Om 7 uur 's avonds gingen de
poorten dicht. De taptoe was om 8 uur. Om 9 uur luidde de
klok voor het sluiten van kroegen en herbergen.
Al vroeg werd in het stadsbestuur, dat echter ten zeerste af
hankelijk bleef van de Compagnie's regering, voorzien. Op ont
vangst der tijding, dat de Engelsen zich weer te Jacatra
mochten vestigen, had Coen terstond een Baljuw aangesteld
met als ambtsgebied het ganse voormalige „Koninkrijk Jaca
tra". Daardoor voorkwam hij, dat de Engelsen zich souvereini-
teitsrechten konden aanmatigen: zij werden slechts gasten in
4
49