hield alleen politie-toezicht, waartoe in 1655 wijkmeesters werden aangesteld. Baliërs kwamen langzamerhand in aan zienlijk aantal zich te Batavia en omgeving vestigen. Welk percentage van de vrije Baliërs uit vrijgelaten slaven voort kwam en welk uit vrijwillig van hun eiland gekomen Baliërs, is niet meer na te gaan. Tot de oudste bewoners der veste behoorden verder de Bandanezen. Coen bracht, na zijn beruchte uitroeiing der be volking van de Banda-eilanden in 1621, honderden Banda nezen naar Batavia. Met Japanners, Pampangers en anderen zijn zij in 1633 op pas drooggelegde gronden beoosten de Kaaimansgracht en benoorden de Leeuwinnegracht, voortaan Bandanees kwartier genoemd, gehuisvest. Zij leefden groten deels van visserij en het halen van koraalsteen. Een deel van hen nam het Christendom aan. De zoeven besproken inheemse bevolkingsgroepen waren „vrij". Daarnaast waren er slaven. In de archipel bestond van ouds slavenhandel. Terecht verfoeien wij thans de slavernij als strijdig met de primaire rechten van de mens. Op de hou ders der slaven zelve heeft zij ook demoraliserend gewerkt. Voor zover geen krijgsgevangenen, werden in de eerste be- staansperiode der stad, de slaven voornamelijk uit Bengalen, Arakan, Malabar en vooral de kust van Cormandel gehaald. Oorlog, zeeroof en hongersnood leverden daar altijd hun contingent. Met deze slaven kwam het basterd Portugees naar Batavia. Dit taaltje was ingeburgerd, toen men in groter ge tale slaven uit de archipel, uit Bali en Zuid-Celebes ging betrekken. Volgens de wet mochten echter Javanen geen slaaf zijn. Voor een algemene opstand onder de slaven behoefde men niet bevreesd te zijn, vanwege de verschillende nationali teiten onder hen, welke meestal niet met elkaar sympathiseer den. In 1622 wordt echter reeds geklaagd, dat weggelopen slaven in Batavia's omgeving op roof uitgaan. In de zeven tiende eeuw is de behandeling der slaven meestal hard, hoewel men wel bezorgd was voor hun kerstening. Zij werkten als huisbedienden, zowel als ambachtslieden. Deze laatsten kregen ook enige opleiding en als aanmoediging enig loon, zodat ze soms zelf een zaakje konden opzetten en zich vrij kopen. 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 47