in zee aangelegde leidammen of hoofden geplaatst waren.
2. Bebouwing.
Men moet zich de eerste huizen der stad nog niet in perma
nente constructie voorstellen. De meeste woningen dezer begin
periode zullen ongetwijfeld volgens de Javaanse traditie van
bamboe geweest zijn, met palmbladeren (atap) gedekt. De
Chinezen bouwden aanvankelijk ook met die materialen en
met hout. De eerste woningen zullen nog landelijk te midden
van een rijke beplanting van kokospalmen gestaan hebben.
Volgens de plattegrond van 1627 heeft de bebouwing aan de
oostzijde van de grote rivier, gegroepeerd in blokken, een veel
regelmatiger karakter gekregen. Waarschijnlijk is men toen
reeds meer permanent in steen en hout gaan bouwen, omdat
bamboe-bouw toch wel erg primitief en brandgevaarlijk is.
Dat had men bij een brand in 1622, toen grote schade werd
aangericht, wel ervaren. Dit blijkt ook uit een plakkaat, ver
biedende: „het repareeren van de riete huyzen in de oude stad,
dat is beoosten de oude gegraven Rivier tot den ooster burg
wal der Tijgersgracht, tenzij dezelve 24 voeten aan alle kan
ten van de steene huyzen met een hart of steene dak gedekt,
op poene van geheel afgebroken te worden, en om een ieder
tot bouwen van steene woningen te animeeren, zal geldt ver
strekt worden tegen 1/2 reaal per cento, aan die onbezwaarde
Fig. 9 PENNING VAN SPECX
Op 23 Nov. 1632 vereerden de dankbare Chinezen van Batavia deze gouden
hangpenning aan de afgetreden G. G. Jaques Specx. Op een zijde staan,
behalve een legenda in Chinese karakters, die geheel mistekend zijn het
geen er op duidt dat de penning van Europese makelij was):
„In perpetuam graditudinis memoriam hoe munusculum nos cives Chinen-
sis Bataviae L(ubenter) M(erito) q(ue) obtulimus insigni heroi Jacobo
Spexio Indiarum orienialum Generali Patrono nostro observando Anno
1632 Adij 23 Novembree Bataviae."
Op de keerzijde de plattegrond uit de overgangstijd tussen de belegeringen
in 1628/1629 en het jaar 1630 (jaar van uitgifte van de fraaie kaart van
Clemendt de Jonghe te Amsterdam)
De penning bevindt zich thans in het Teylersmuseum te Haarlem.
N.B. Ter oriëntering: het Zuiden ligt aan de bovenkant van de tekening.
36