koraalsteen, gestort tegen paalwerk, in zee uitgebouwd over een
lengte van 450 vademen (van 6 Rijnlandsche voeten) en tot
op een diepte van 4 voeten onder water. Vanuit de Grote
Rivier zien we ten noorden van het kasteel een gracht ge
graven tot aan de Waterpoort. Later zal die gracht doorge
graven worden tot in de oostelijke Kasteel-gracht.
Het noordelijk deel van de westelijke stad, waar de timmer
werf en het tolhuis met boom reeds, zoals we eerder opgemerkt
hebben, bestonden, is onregelmatiger van aanleg dan het
zuidelijk gedeelte, dat in aansluiting met de eerste aanleg ten
oosten van de rivier, de rechthoekige indeling vertoont. Direct
ten noord-westen van de oude timmerwerf der compagnie
vinden we het huis van den generalen ontvang (later genoemd
„het Vierkant"), een soort fortje op het oude Paep Jan's land
(fig. 10 en ook te zien op de kaartjes van 1632 en 1635). De
naam „Paep Jan" is een verbastering van Pabejan, dat tolhuis
betekent (beja tol). De „boom" was van ouds een boom
stam, die over het water lag en kon worden opgetrokken.
De westelijke buitengracht werd, naar het noorden door het aan
de kust geslibde land ombuigend, oostwaarts om het „Vier
kant" naar de Tjiliwoeng geleid. Daar werden de versterkte
punten Zeeburg en Culemborg aangelegd. Deze punten be
stonden nog toen de laatste wereldoorlog uitbrak (zie vignet
boven dit hoofdstuk). Bij Culemborg kwam in de 19e eeuw
de Uitkijk. Deze toren diende voor weerkundige waarnemingen
en voor het melden van binnenkomende schepen. Ten zuiden
van de Compagnie's timmerwerf vinden we de timmerwerf
der Chinezen en ten zuiden daarvan de vismarkt.
Uit de afgebeelde en besproken plattegronden hebben we de
eerste aanleg der stad en haar ontwikkeling in de eerste helft
der zeventiende eeuw aardig kunnen volgen. Er zijn natuur
lijk meer plattegronden uit die tijd. Veel meer merkwaardigs
ten aanzien van de stedebouwkundige ontwikkeling geven die
ons echter niet, zoals o.a. blijkt uit een vergelijking van onze
plattegrond van 1650 met een uit 1681. Op laatstgenoemde
plattegrond is te zien, hoe buiten de stadswallen tuinen zijn
aangelegd. Ook vindt men er duidelijk op aangegeven de
bakens (een-ton op een paal), die aan de uiteinden van de
34