land gesloten overeenkomst, weer aan de linker oever der Tjiliwoeng hadden mogen vestigen. Na dit tweede verlies van hun loge, trokken de Engelsen zich echter uit Batavia terug. Ernstiger, dan de tijdelijke verwoesting der zuider voorstad, was het overlijden van Jan Pietersz. Coen in de nacht van 20 op 21 September 1629. Maar het werk van Coen werd onder zijn opvolgers voortgezet. Zoals blijkt uit het kaartje, dat de toestand in 1632 weergeeft, is de kust zóver aangeslibd, dat zich een smalle landstrook ten noorden van de punten Saphier en Parel heeft gevormd. Het noordelijk deel van de Grote Rivier is rechtgetrokken, gekanaliseerd, waardoor de aan grenzende bouwblokken geheel rechthoekig van vorm zijn geworden. De oostelijke stadsgracht is verlegd en loopt nu evenwijdig aan de Tijgersgracht. Met deze kostbare verande ring (de oorspronkelijke gracht, die werd afgekeurd, had niet minder dan 160.000 realen aan de burgers gekost) kon men een oostelijke binnen-stadsgracht en een ruimer en regelmatiger stadsplan verkrijgen. De redoute Gelderland bleef staan (vergelijk de plattegronden van 1627 en 1632). We willen thans twee merkwaardige plattegronden van Batavia uit om streeks 1632 vergelijken: de vogelvlucht-plattegrond, ontleend aan een handschrift van Pedro Barreto de Resende, geboren te Pavia, kapitein in Portugese staatsdienst, en de plattegrond, welke op 25 November 1632 door de Chinezen aan de afge treden Gouverneur Generaal Jacques Specx werd vereerd (afb. 2 en fig. 9). Het boek van Resende, die tot 1635 secre taris was van de onderkoning van Portugees Indië, Michael de Naronha, graaf van Linhares, draagt de titel: „Livro do Estado da India Oriental". Dit boek, dat waarschijnlijk in 1634 werd afgesloten, bestaat in verschillende copiëen. De plattegrond van Batavia, die er in voorkomt, was waarschijn lijk getekend door Pedro Berthelot, piloto-mor en cosmo- graph-mor. Daar de Hollanders te Batavia niet erg op Portugezen ge steld waren, heeft de tekenaar blijkbaar geen gelegenheid gehad zijn plattegrond op nauwkeurige opmetingen te baseren. Met de langsgrachten is hij kennelijk in de war geweest: de Tijgers gracht is wel aanwezig, alsmede de oostelijke buiten-stadsgracht. 28

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 31