Evenals te Bantam, was de komst van deze concurrenten geen goed voorteken. Daarbij kwam, dat de vorst van Ban tam het met lede ogen aanzag, dat zijn vazal te Jacatra profiteerde van de zeer tot zijn nadeel strekkende verplaat sing van de handel van Bantam naar Jacatra. De verhoudin gen begonnen meer en meer in ongunstige zin gecompli ceerd te worden. Ook te Jacatra ontwikkelde zich een sfeer van wantrouwen, hetgeen o.a. tot uiting kwam door de bouw van een kat of verhoogd bolwerk ter plaatse van de rechte hoek tussen „Nassau" en „Mauritius". Verder oor deelde Coen het nodig een omheining met palissaden, waar tegen een aarden wal, aan te leggen. Natuurlijk lokte dit tegenmaatregelen uit, zowel van de zijde van de „Coning" als van de kant der Engelsen. De eerste deed ook een wal en een hoog bolwerk bouwen en de laatsten richtten bij hun loge een batterij op (fig. 1). Het is duidelijk, dat de gang van zaken tot een crisis leidde: wij voelen de spanning toenemen en als we ons goed in de geest van de tijd indenken, dan zullen wij ons niet verbazen, dat het voor partijen niet mogelijk was hun geschillen langs vreedzame weg op te lossen: men was elkaar daar op die hete, modderige plek te veel, men verdroeg elkander niet langer. En als dan in December 1618 Sir Thomas Dale met een grote vloot in Straat Soenda verschijnt, gaat het gebeuren Inmiddels had Coen op 25 October 1617 bericht ontvangen, dat Laurens Reael (sedert 1615 Gouverneur Generaal) was teruggeroepen en dat hij zelf tot diens opvolger was bestemd. Hij kreeg dus thans de volle verantwoordelijkheid te dragen. Zijn woorden: „Dispereert niet, ontsiet uwe vyanden niet, daer en is ter werelt niet dat ons can hinderen noch deeren, want Godt met ons is; en trect de voorgaende misslagen in geen consequentie, want daer kan in Indien wat groots ver richt worden", doen hem kennen als een man van de daad, als een man van snelle beslissingen in uren des gevaars. Door de plotselinge komst van Dale was Coen verrast, want hij had een concentratie der Engelse vloot in de Molukken ver wacht. Daarheen had hij dan ook zijn schepen gezonden. Toch besloot hij de eerste klap te geven: op 23 December 16

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 19