het geven van voorlichting ook in Nederland, voor deze kunst de ogen te hebben geopend (zie onder: Ger? dpleegde bron nen). Aan het echtpaar Serrurier komt de eer toe in 1901 de inrichting van een Compagnie's kamer, afkomstig uit een der huizen aan Kali-besar west (Toko Merah, huis C: zijkamer), in het Museum van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en "Wetenschappen te hebben tot stand gebracht (zie afb. 12 en Geraadpleegde bronnen). Maar ook voor de oude Compagnie's huizen zelf begon men zich te interesseren. Reeds in 1898 had H. D. H. Bosboom in het Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, deel XL, een artikel „Oude woningen in de stad Batavia" gepubli ceerd. Hij wees daarin op de cultuur-historische waarde van wat daar uit de Compagnie's tijd nog bestond. Uit verdere publicatie's, vermeld onder „Geraadpleegde bronnen", blijkt, dat de belangstelling bij het ontwikkelde publiek wel groeide, doch dat dringend gewaarschuwd moest worden tegen het toenemende verval van menig oud Compagnie's huis. Er moest daadwerkelijke belangstelling komen om het gesignaleerde verval te stuiten. Omstreeks 1918 werd een Vereeniging Ned.- Ind. Heemschut opgericht. Blijkbaar had men hiermede te hoog gegrepen, want na een kortstondig bestaan ging zij als een nachtkaars uit. Men hoorde niets meer van haar. Van meer belang was, dat de Directeur van Onderwijs en Eere- dienst bij rondschrijven van 1 Sept. 1934 een copie van een brief van het hoofd van de Oudheidkundige dienst aan de Burgemeesters, resp. Colleges van B. en "W. en de Regenten op Java deed toekomen, waarbij aan de lokale besturen werd verzocht om opgave der in hun ressort gelegen „Monumenten". Een eerste poging dus tot het organiseren van plaatselijke monumentenzorg. Zoals in het tijdschrift „Locale Techniek" van Maart 1935 werd betoogd, was dit rondschrijven ook van betekenis, om aan te sporen tot verzorging van die monumen ten, die niet van zó groot belang zouden worden geacht, dat ze voor inschrijving in het openbaar centraal monumenten- register in aanmerking gebracht zouden kunnen worden, doch als plaatselijke monumenten node zouden worden gemist. Helaas bleken de meeste locale ressorten op deze vrij omvang- 153

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 156