17), doch volgens Stavorinus, die wij in hoofdstuk III 2
aanhaalden, was, wat deze noemt: een dubbel huis, zeldzaam.
Bij de verdere ontwikkeling in de achttiende eeuw en later,
zien wij echter de symmetrische plattegrond overheersen. Het
is mogelijk, dat dit een gevolg is van de stijlontwikkeling in
Nederland, welke zich onder Italiaanse invloed in classicis
tische richting bewoog. Het is echter misschien ook niet te
gewaagd hier Javaanse invloed te veronderstellen.
De veranderingen in stijl, welke in het vaderland optraden,
bleven in verschillende details niet zonder invloed. Was bij de
toepassing van het, voor het tropische klimaat zo geschikte,
rottanraam, Indonesische invloed te bespeuren, het omstreeks
het begin der achttiende eeuw in zwang komende schuifraam
is weer duidelijk een gevolg van de ontwikkeling der bouw
kunst in Holland. In hygiënisch opzicht was dit zeker geen
vooruitgang. J. A. Duurkop schrijft dan ook (Verhandelingen
Bataviaasch Genootschap 1780 II, blz. 493): „Maar niets heeft
eindelijk den doortocht der lucht meer gestremd, dan de
Engelsche schuiframen, vooral dezulke, die alleen van onder
naar boven en halfwegen kunnen opgeschooven worden."
Aan de gevels der buiten de oude veste gebouwde landhuizen
is de invloed der successievelijk tot Nederland doorgedrongen
Franse stijlen te herkennen. Op de pilasters aan de voorgevel
van het landhuis „Weltevreden" werd reeds gewezen.
Aan de fraai gesneden bovenlichten van deuren (afb. 36), aan
de versieringen van trapleuningen en balusters en aan de
typische gesneden paneelvullingen in het onderste gedeelte van
raamkozijnen (zie afb. 17), is echter oosterse, voornamelijk
Chinese, invloed weer niet vreemd te achten. Vooral betreft
dit de toegepaste kleuren: rood met goud.
Europese en oosterse invloeden zijn te onderkennen aan de
opzet en plattegrond van het landhuis. Het hoofdgebouw, ge
flankeerd door meestal enigszins naar voren springende vleu
gels of paviljoens, der grotere landhuizen, met de symmetrisch
langs een hof aan de achterzijde geplaatste bijgebouwen, is een
opzet, welke teruggaat naar de onder Franse invloed in het
Vaderland gebouwde voorname buitenhuizen. Het huis van
Reinier De Klerk, dat later tot Landsarchief werd ingericht,
135