bolwerk namelijk niet te bestrijken (zie ook plattegrond aan het slot van dit boekje). Toen de veste oud-Batavia in haar beste tijd was, vormde zij een organisch stedebouwkundig geheel. Alles, wat de toen malige maatschappij behoefde, had er een passende plaats. Door menig bezoeker van Batavia in die tijd, werd het stads beeld zeer geroemd. Grachten en straten waren beschaduwd door bomen, oorspronkelijk klapperbomen, welke omstreeks 1670 vervangen werden door tamarinde-, kanari- en later ook tandjong-bomen. De huizenrijen met eenvoudige, Hollands degelijke, goed geproportioneerde gevels, vertoonden een karakteristieke stijleenheid. Door verschillen in detail, behiel den deze huizen toch in het kader dier stijleenheid een indivi dueel karakter, zodat hun aanzien nooit verveelde, maar steeds boeiend bleef (zie afb. 4 en 22). In de tweede helft van de zeventiende eeuw begint de stede- bouwkundige ontwikkeling van Batavia van karakter te ver anderen. In hoofdstuk III heeft de lezer kunnen zien, hoe men zich buiten de benauwd wordende ommuurde stad ging vesti gen, waarbij men zich beveiligde door een wijde krans van versterkingen. In zekere zin dus wel een concentrische uitbrei ding, maar toch geheel anders, dan te Amsterdam, waar grachten met stedelijke bebouwing zich ringden om de oor spronkelijke kern. Te Batavia hadden de eerste vestigingen aanvankelijk het karakter van tijdelijke recreatie-verblijven. Deze trek naar buiten, die voortkwam uit een overeenkom stige begeerte, welke in het Vaderland landhuizen buiten de voornaamste steden deed ontstaan, ontwikkelde zich echter anders, dan in Nederland. Daar bleven die vestigingen meestal landelijk, los van stedelijk verband. Te Batavia werden zij tot een beveiligde gordel met tuin-stadkarakter, rondom de ver sterkte stad. Deze aanleg had echter niet meer het zo sterk planmatige, dat wij in de oude ommuurde stad met recht mogen bewonderen, maar droeg een meer individueel stempel. Omstandigheden, welke men niet baas kon, namelijk de onge zondheid der stad, veroorzaakt door de reeds genoemde ge breken in de waterstaatkundige en sanitaire toestand, noopte tot het loslaten der concentratische uitleg. Het is wel merk- 9 129

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 132