leiding geven, zoals het oudste gedeelte van Amsterdam. Die
stad behoort, in tegenstelling tot Batavia, niet tot de gestichte
steden, maar is geboren uit een z.g. „rivier- of dijk"-dorp. De
schamele vissersbuurt, waaruit Amsterdam voortgekomen is,
ontstond niet in de nabijheid van een kasteel. Batavia daaren
tegen werd aangelegd, nadat eerst de sterkte aan zee was op
gericht, welke in beginsel niet ten doel had het beschermen of
bedwingen der stad, maar het beveiligen van personeel, kapi
taal, goederen en werkplaatsen der Compagnie tegen een in
heemse vijand.
Is „kasteel" niet een eigenaardige benaming voor een sterkte
van een handelsonderneming? Denken we bij die betiteling
niet eerder aan de burcht van een landheer of van een adel
lijke figuur? In zijn brief van 5 Augustus 1619, waarin Coen
een schetskaartje aan Heeren Bewindhebbers zond, spreekt hij
van ,,'t fort". Later wordt de sterkte steeds ,,'t Casteel Bata
via" genoemd.
In hoeverre de als wiskundige en vestingbouwer bekende Simon
Stevin (1548-1620), die leermeester en raadgever van Prins
Maurits was, te maken heeft gehad met het ontwerp voor
deze sterkte, is thans niet meer met zekerheid na te gaan.
In elk geval vertoont de plattegrond van het kasteel van Ba
tavia veel overeenkomst met het carré van Gulik. Het ont
werp van de citadel van Gulik, welke in 1551 gereed was,
werd waarschijnlijk geadviseerd door de bekende Italiaanse
bouwmeester Alessandro Pasqualini, die ook betrokken was
bij de aanleg der vestingwerken van Middelburg (waarvoor hij
een patroon vervaardigde) en bij de vestingwerken van Am
sterdam. Het werk van Pasqualini is zeker niet zonder invloed
geweest op dat van Simon Stevin.
Het door de Compagnie aan de Tafelbaai gestichte fort, dat
op 15 Mei 1652 volgens last van Bewindhebbers, die ook het
plan hadden voorgeschreven, „De Goede Hope" gedoopt werd
en door de voortvarendheid van Van Riebeeck in 1653 tot
Zie hierover: J. Van Leur-De Loos: Het ontwerp van het kasteel
Batavia. Tijdschrift v. Ind. Taal-, Land- en Volkenkunde Deel LXXXIII
Jaargang 1948 Afl. 2-3.
125