gebied van de volkshuisvesting, door de trek van agrarische
bevolking naar de stad. We zullen daarop in het volgende
hoofdstuk nog even terugkomen.
Naast de materiële vooruitgang, manifesteerde zich ook een
geestelijke. Het onderwijs breidde zich krachtig uit, verschil
lende schoolgebouwen verrezen. Een Indische artsenschool,
waarvoor een niet onverdienstelijk gebouw werd gezet aan
Salemba en een Rechtsschool ontstonden, die later uitgroeiden
tot Hogescholen.
De zorg voor de volksgezondheid kreeg steeds meer aandacht.
Een Centraal Burgerlijk Ziekenhuis voor alle landaarden ver
rees nabij de latere Geneeskundige Hoge School. Het aantal
wetenschappelijke en culturele instellingen breidde zich uit.
Deze moderne ontwikkeling leidde er toe, ook het bestuur
van het land op nieuwere inzichten te baseren. In 1916 werd
de „Volksraad" ingesteld. Op 8 Mei 1918 werd de eerste
zitting gehouden in de voormalige dienstwoning van de Leger
commandant, in het Hertogspark. Daarnaast werd een nieuw
gebouw voor de Raad van Indië gezet.
Dat een zich zo enorm ontwikkelende stad als Batavia niet meer
op ouderwetse wijze geleid kon worden, doch een eigen be-
stuurs-apparaat nodig had, werd begrepen door de instelling
in 1905, op grond van de „Decentralisatiewet" van 1903, van
de Gemeente Batavia. Vooral in technische zin, heeft dit jonge
gemeentebestuur op menig gebied veel tot stand gebracht. Een
gebouw voor de geneeskundige dienst werd opgericht in de
wijk Petodjo (ten westen van Tanahabang), welke tot ont
wikkeling werd gebracht. Voor een goede waterleiding werd
gezorgd. De straten en wegen werden verbeterd. Door de stof
vrije asfaltering werden zij netter en beter berijdbaar, doch
verloren daardoor veelal hun landelijke charme. Een behoor
lijke straatverlichting werd door de gehele stad aangelegd. In
de oude veste Batavia had men geen straatverlichting gekend.
De bevolking werd toen verplicht na donker licht te dragen.
Europeanen lieten zich 's avonds begeleiden door dragers met
brandende flambouwen. In 1780 werden van stadswege straat
lantaarns opgesteld, welke echter negen jaar later weer afge
schaft werden. In 1812 is er opnieuw enige straatverlichting.
122