markt (Pasar Ikan) werd aangelegd. Op deze wijze werd nogmaals getracht verdere verzanding van het havenkanaal tegen te gaan. Aan de haven ontstond nu behoefte aan een punt van samenkomst. Het in 1755 bij het Vierkant opgerichte Stadslogement kon daarvoor geen dienst meer doen. In 1849 werd aan de oostzijde van het havenkanaal een stadsherberg gevestigd in een, in classieke koloniale stijl uitgevoerd gebouw. Door de enorme ontwikkeling, welke de scheepvaart sedert het einde van de negentiende eeuw onderging, werd echter de aanleg van een geheel nieuwe, moderne zeehaven noodzakelijk. In 1877 werd deze aanleg te Tandjong Priok ter hand ge nomen. In 1886/1887 werden aldaar een buiten- en een bin nenhaven geopend. Door een havenkanaal werd Tandjong Priok met de oude stad verbonden. Het Goenoengsarie-kanaal werd veel later met een duiker onder het Priokkanaal door gevoerd. In de oude stad wonen nu vrijwel geen Europeanen meer. Verscheiden grachten zijn gedempt. Zoals reeds werd mede gedeeld, zijn vele gebouwen en alle kerken binnen de oude veste afgebroken. Dat de Portugese Buitenkerk bestaan bleef, is waarschijnlijk daaraan te danken, dat de Mardijkers, die er in de nabijheid hun wooncentrum hadden, nog lang daar ter kerke gingen. Zelfs de Mardijker millionair Augustijn Michiels was zo gehecht aan deze buurt, dat hij er tot zijn dood in 1833 bleef wonen, hoewel hij de grootste Batavia'se landeigenaar was, die ooit geleefd heeft. „Majoor Jantje", zoals hij genoemd werd, dankte zijn fortuin er aan, dat zijn vader het land Kalapanoenggal voor een zeer geringe prijs van de Compagnie gekocht had. Op de klippen werden in dat land eetbare vogelnestjes gevonden, die schatten opbrachten. Majoor Jantje werd in 1817 ook eigenaar van het landhuis Tjitrap (ten zuiden van Meester Cornelis, oostelijk van de weg naar Buitenzorg gelegen), waar hij vaak, zeer gastvrij als hij was, Voor de landhuizen Tjitrap en Tandjong-Oost, die in het kader van dit boekje niet behandeld worden, zij verwezen naar „Indische Landhuizen en hun geschiedenis" door V. I. Van De Wall, Kon. Bat. Genootschap van K. en W. 120

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 123