werden. Of was het gehele bouwwerk door onvoldoende fun
dering gaan zetten, zodat men de topgevels afbrak om het
gewicht, dat op de fundamenten drukte, te verminderen? Liet
Daendels de vleugels amoveren, omdat ze bouwvallig ge
worden waren? Nadat "Weltevreden, na het vertrek van de
maarschalk, aan het Gouvernement verkocht was, kreeg het
een militaire bestemming. De kapel, die Mossel op het land
goed had laten bouwen, stelde Daendels voor de Roomse ere
dienst beschikbaar. Toen het landhuis in 1820 was afgebroken,
kwam er het militair hospitaal voor in de plaats.
Op grond van het hiervoor reeds genoemde, desbetreffende
punt in zijn instructie, zette Daendels zich aan de uitvoering
van grootse plannen, om Weltevreden tot de nieuwe hoofdstad
te maken. Op 7 Maart 1809 besloot hij een nieuw paleis aan
de Paradeplaats (later Waterlooplein) te bouwen. De luite
nant-kolonel J. C. Schultze maakte het ontwerp in koloniale
empire stijl. Voor de bouw werd materiaal gebruikt, afkom
stig van de sloop van het kasteel, waartoe Daendels bevel had
gegeven. Het gebruik van materiaal, verkregen door afbraak
van oude gebouwen in de veste Batavia, was een gevolg van
de nood in een tijd, toen Java practisch was geïsoleerd en aan
velerlei zaken gebrek ontstond. Overigens zou Daendels, als
hij thans geleefd had, waarschijnlijk geen vriend van „Heem
schut" zijn geworden. Zo liet Daendels de Stadskerk, die in
1736 nieuw was gebouwd en reeds in 1799 ernstige gebreken
vertoonde, nadat het gebouw door een aardbeving was ge
scheurd, in 1808 voor afbraak verkopen, ofschoon kerkmees-
teren en andere ingezetenen geld hadden aangeboden voor
herstelling. Op een stadsgezicht, een met waterverf gekleurde
tekening door W. Alexander (1767-1816), kwam deze kerk
voor, gezien vanaf het westen, met de grote rivier op de
voorgrond. Deze tekening moet zijn gemaakt vóór 1802, in
welk jaar Alexander uit het verre Oosten vertrok. Ook een
„Ansicht eines Teiles der Stadt Batavia" bracht deze kerk,
eveneens gezien vanuit het westen, in beeld.
Daendels heeft zijn nieuwe paleis niet af gezien. Janssen
Beide gekleurde tekeningen bevonden zich in de collectie van Jhr Feith.
109