bouw practisch geheel in Chinese handen kwam. Een koloniale meubelstijl met eigen karakter, zoals van de periode van het ebbenhout, heeft zich te Batavia niet meer gemanifesteerd. In de tweede helft van de achttiende eeuw kwam voor de verlichting van de woning de astralilamp in gebruik. Deze bestond uit een grote klokvormige glazen stolp, waarin een lampeglas met pitje. Boven dat pitje hing een reflector. Deze lamp kon gemakkelijk veranderd worden in een kaarsstolp. -Uit het voorgaande is wel gebleken, dat een bezoeker van Batavia in de achttiende eeuw uit zijn indruk van de levens omstandigheden, waarin menig bewoner van die stad en haar omgeving in zijn goed ingericht fraai huis met ruim erf ver keerde, niet zou opmaken hoe slecht het met de Compagnie stond. Soms werd de verworven rijkdom voor een hoger doel aangewend. Een bijzonder voorbeeld gaf in dit opzicht een merkwaardig man, de in 1716 te Eppingen bij Heidelberg geboren ds. J. M. Mohr, die in 1752 te Batavia hertrouwde met een schatrijke weduwe. Na als rector van het seminarium te zijn afgetreden en na voltooiing van zijn uitgaven van het oude testament in het Portugees en van het nieuwe testament in het Maleis, wijdde hij zich aan de astronomie. Daartoe bouwde hij (met het geld van zijn tweede vrouw) een obser vatorium. Dit torenvormige bouwwerk, bevatte enige ver diepingen, terwijl de begane grond was ingericht als woon huis. Een koepelvormig dak met opbouw bekroonde het geheel. Volgens een tekening van Rach, maakte dit barocke bouwwerk een enigszins fantastische indruk. Het stond iets zuidelijk van het tegenwoordige Glodokplein en wat westelijk van Molen vliet (zie ons kaartje fig. 2), waar thans Gang Torong (toren laan) loopt. Het is zeer te betreuren, dat dit observatorium met zijn kostbaar instrumentarium na de dood van Mohr, niet voor de wetenschap behouden bleef. Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk, die het in 1784 in eigendom verkreeg, richtte het voor de pennisten in, die zo benauwd in het kasteel ge huisvest waren. In 1812 stond de „toren" er nog, doch in 1828 werd alles verkocht en afgebroken. Een ander initiatief op cultuur-wetenschappelijk gebied heeft 102

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1954 | | pagina 105