75 eens verlevendigd met gegraveerde ornamenten; in Ne derland vooral rankornament, hoewel er ook gegra veerde figurale taferelen voorkomen. In tegenstelling tot het gedreven ornament, dat reliëf vertoont, wordt het gegraveerde décor door een burijn of graveernaald vlak even verdiept in het metaal gestoken, zodat de glans wel onderbroken wordt en daardoor de opper vlakte verlevendigd, terwijl de vorm zijn strakke con touren bewaart. Als laatste bewerking zowel van het ge smede voorwerp als van het gegotene was het ciseleren; met ciseleernaald en ciseleertang worden de omtrekken verscherpt, oneffenheden weggewerkt, reliëf aan het ornament gegeven, in één woord de „finishing touch" aangebracht. Slechts in grote trekken kunnen deze bewerkingen van het zilver genoemd wordende uitvoering eist veel kunde en oefening, terwijl aestetisch gevoel gepaard moet gaan met kennis van het materiaal, wil de edelsmid slagen in zijn werk. In de oudheid, in de Middeleeuwen, in de XVIIe eeuw, tot heden toe, zijn deze bewerkingen ongeveer dezelfde geblevenvergelijkt men b.v. het gereedschap, dat afge beeld is op de gravure, op bladzijde 12, van St. Eli- gius in zijn werkplaats, dan blijkt dat de XVe eeuwse patroon der smeden, dezelfde hamers, dezelfde ponsen gebruikte; smeltkroes, moffeloven, aambeeld en pek- kussen zijn aanwezig, evenals de blaasbalg die het vuur, de vriend van de zilversmid, aanwakkert, dat het metaal handelbaar, buigzaam of vloeiend moet maken. Alleen de gezelligheid van dieren, vogels en bloemen ontbreekt wellicht in onze tijd van moderne zakelijkheid.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 73