tisch goed verantwoord werk binnen het bereik van de massa te brengen; hun ontwerpen moesten dus zowel met de hamer gesmeed als machinaal uitgevoerd kunnen worden. J. Eissenloeffel, J. Lauweriks, F. Zwollo, G. H. Lantman, H. Ellens, F. Zwollo Jr., mogen genoemd wor den, in wier ontwerpen vooral de constructieve bouw op de voorgrond tradlater versierden zij evenwel hun strakke vormen met naturalistisch bloemornament, met émaux of half-edelstenen. C. J. A. Begeer, die met M. J. Lens de middeleeuwse technieken bestudeerde, sloot zich later aan bij de moderne groepmaar spoedig zou hij al weer de constructieve vormen vervangen door vloeiende omtrekken, waardoor hij evenals de vroeg ge storven Erich Wichman, het zilver door de plastische behandeling voor zich liet spreken. Wichman's ontwer pen, die hij in klei modeleerde, werden door F. van Zegveld begrepen en in het zilver gedreven. Slechts kort heeft het streven van deze kunstenaars, met zoveel enthousiasme begonnen, geduurdweldra werden de oude modellen door het publiek weder gevraagd, maar sporadisch is hun invloed tot heden toe merkbaar. Nieuwe vormen en versiering zijn tegenwoordig vooral te vinden in de kunst der sieraden, waarbij tevens het handwerk beoefend wordt en waarin een ruime plaats is toebedeeld aan edel- en half-edelstenen, o.a. door Iet Stigter in haar originele ontwerpen. Al wordt het handwerk maar door weinigen beoefend, het smeden en drijven worden vervangen door gieten, dwingen, forceren en andere machinale bewerkingen, de Nederlandse zilversmeden en de Nederlandse zilver industrie stellen er steeds prijs op aesthetisch verant woorde vormen af te leveren en de traditie van goed verzorgd zilverwerk hoog te houden. 68

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1951 | | pagina 66