reactie, gesteund door de democratische doelisten,
wist door te drijven, dat Willem IV tot erfelijk stad
houder in 1747 werd benoemd. Nadat toen in 1748
deze regenten werden afgezet en door prinsgezinden
werden vervangen, scheen er kans op een meer cen
trale regering.
Enkele der misstanden, o.a. bezetting der postmees
terplaatsen en die van de pachterijen der belastin
gen werden opgeruimd, en waar de oud-regenten
partij althans aanvankelijk voor een goed deel
de zoetvloeiende inkomsten van haar vaak toege-
eigende ambten miste, ging zij zich meer toeleg
gen op de handel. Wel had deze niet meer het
monopoliserend karakter van een wereldbedrijf,
gezien de concurrentie die hij van het buitenland
ondervond, doch waar, om een voorbeeld te noe
men, in 1757 de Oost-Indische Compagnie nog
20 dividend gaf, bleek het in het algemeen wel
lonend te zijn, hierin te werken.
Toch ziet men een kentering komen. De stapel
markt, sinds de 18de eeuw aan het inboeten, wordt
vooral in de tweede helft dier eeuw getroffen, nu
nog minder de opslag en overlading nodig bleek.
Ook op het gebied onzer nijverheid tekenen zich
bedenkelijke verschijnselen af, daar het sterker wor
dend mercantilisme met zijn beschermende rechten,
vooral in Frankrijk, Pruisen en Engeland, aan onze
oude industrieën als laken- en wolnijverheid, linnen-
en katoenweverijen, een ernstige.knak gaf. In min
dere mate worden althans voorlopig de tra
fieken hierdoor getroffen; immers de eigenaars met
8