schreef: „Daer en was niets blijven staan van de „gantsche kerk dan vijf choirkens achter den hoogen „choir". Gemeenschappelijk het goede nastreven was een der kenmerken der middeleeuwen. Sedert de 14e eeuw was de Gothiek de heerschende kunst geworden, had zij haar rijkdom over alles uit gestrekt en haar grootsten bloei bereikt. Voor de Nederlanden geraakte zij eerst met de vijftiende eeuw op het toppunt harer macht en pracht. Haar heer schappij over de stof was volkomen, en nooit bezaten de bouwloodsen zooveel rijkdom en zoo groote mees ters in de uitvoering. Het vernuft in zijn rijke spelin gen, niet meer geleid door een vaste lijn, moest ver vallen tot het buitengewone en buitensporige, het geen het kenmerk der vijftiende-eeuwsche Gothiek was. Onder deze omstandigheden ging de Bossche Burgerij onder den stimuleerenden invloed der Bourgondische Hertogen met kracht den wederopbouw ter hand nemen der door brand beschadigde kerk, die de schoonste kathedraal der Nederlanden zou worden. Het feit, dat volgens de kroniekschrijvers „de stad tot „Creusus' Rijkckdomme geclomme was", heeft onge twijfeld het tempo van den bouw bevorderd, zoodat de Luyksche Bisschop Lodewijk de Bourbon reeds in 1469 kon gewagen van de geheel herbouwde collegiale hoofdkerk. Het grondplan der derde kerk is een prachtig Latijnsch kruis. De zeven straalkapellen vormen in de symboliek de doornenkroon die het hoofd van Christus wondde. Didron beschrijft de kerk aldus: „Zij telt vijf beuken met langwerpige welfvelden, „dwarspanden met zeven welfvelden, choor met vijf „beuken belend door zijkapellen. Het koor heeft vier 72

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 88