Aan de verbetering der watertoestanden werd niets gedaan. Vele perceelen bouwland liepen in het voor jaar bij hoog water onder, waardoor de ingezaaide oogst verloren ging. De lagere perceelen bleven zoo lang onder water staan, dat ze in den zaaitijd niet konden worden bebouwd. Requesten noch vergaderingen om verbetering van dien toestand te verkrijgen mochten baten. Omstreeks 1856 werd het z.g. Schanssche gat bij St Andries gedicht, waardoor het hooge water van de Waal zich niet meer in de Maas kon ontlasten. Maar de Maasdijken lagen aan de zuidzijde op een lager peil dan die aan de noordzijde, zoodat de Brabantsche landen het eerst voor overstrooming in aanmerking kwamen, al trachtte men door den Beer- schen overlaat die overstroomingen in bepaalde banen ter minste schade af te voeren. Herhaaldelijk kwamen dijkbreuken voor. In den winter van 1879'80 zelfs tweemaal, en dan liep de stad onder water. Met bootjes en vlotten kwamen de bakkers en slagers aan de deur. De bewoners van huizen zonder stoep moesten naar een hoogere ver dieping verhuizen. De gewone man moest zijn toe vlucht tot den zolder zoeken. Het vuil der riolen dreef door de straten. De drinkwaterputten werden besmet, met het gevolg, dat talrijke zieken de gasthuizen overbevolkten. Op bolderwagens ging men naar de kerk, de rechters en advocaten op stelten of met baai laarzen naar de rechtbank. Doktoren ondervonden de grootste moeilijkheden den zieken de noodige medische hulp te verleenen. Het landvolk, door de hoogwaterstanden bij dijk doorbraak van hun erven verdreven, zocht een schuil plaats binnen 's-Hertogenbosch. En ondanks dit alles 55

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 69