,,'s Hertogenbossche Borgers daer na door eygen „macht de Geldersche ghekeert ende hebben se niet „alleenlijck inghehouden, maar sijn ook in haar lande „ghevallen ende hebben se ghedwonghen hare „wapenen neer te leggen". Vermoedelijk kan aan het beoefenen dier deugden de groote voorspoed en welvaart der stad in de 14e, 15e, en 16e eeuw worden toegeschreven. Want in die eeuwen werd de St Janskerk, het schoonste en vol- komenste monument der Gothiek in de Nederlanden, voltooid onder de stuwkracht der Bourgondische vorsten, die voor dat werk groote belangstelling toon den. Zoo kwam Keizer Maximiliaan, gehuwd met Maria van Bourgondië, die bezig was een Rijk der Nederlanden te stichten, in 1481 het 14e kapittel van het Guldenvlies in de St Jan houden, om, zooals de stadsrentmeester aanteekende, „ons te komen troosten, „bij te staen en te verdedigen in den tegenwoordigen „oorlog om dit arme land niet treurig en bedorven „te laeten". Bij die gelegenheid verkreeg 's-Hertogenbosch van den Keizer het recht om den dubbelkoppigen adelaar met den balk der Habsburgsche kleuren in het stads wapen te voeren. Philips de Goede, Hertog van Bourgondië, heeft de Orde van het Gulden Vlies 10 Januari 1429 te Brugge ingesteld bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De naam der orde was waarschijnlijk een herinnering aan den Kruistocht naar Syrië, welke Philips van plan was te ondernemen en die als een tweede Argonautentocht kon beschouwd worden. De orde werd opgericht tot bescherming der Kerk. De Grootmeester der Orde was de Vorst van het land. Het aantal leden bedroeg 24, in 1433 in het algemeen Heemschut 21-2 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 17