het statig aanzien der straten en gevels belangrijk inboette. Hierdoor zag men, zooals het meer met operaties gaat, dat van gevels die onderhanden werden genomen, wel het leven werd gerekt, maar de schoonheid ernstig werd aangetast, daar men ze veelal ging bepleisteren of „portlanden" en in de verf zetten, waardoor de schoone tinten der baksteen aan het oog onttrokken werden en een nietszeggende koude verflaag oog en hart versteende, een methode, die uit het zuiden kwam aanwaaien, en tegen de Maas vastliep. Maar er heerschte toen tenminste nog één gedachte, die bij die vernieuwing voorzat, de gedachte van den neo- classieken stijl, die toch weer een zekere rustige eenheid ontvouwde. Wat daarop volgde in het vierde kwartaal der 19e eeuw, enkele goedgeslaagde specimina uit gezonderd, is het beschrijven en aanzien niet waard. Ook 's-Hertogenbosch heeft de Laan van Meerder- voort-stijl en nog erger met al wat daarop lijkt, als smakelooze periode moeten doormaken, en het zal nog lang duren, voordat alles weer door een grootsche en magistrale eenheidsgedachte in den bouwtrant door schoone vormen is hersteld. De architecten, de goede niet te na gesproken, ieder met een eigen idee, trokken er op los zonder op om geving of sfeer te letten. De een bouwde zus en de ander zoo. Men hield, noch houdt, met elkanders bouwkundige opvattingen rekening, zoodat er een mengelmoes ontstaan is, waaruit geen mensch meer wijs kan worden. Gelukkig hebben Schoonheids commissies de teugels in handen genomen om te redden wat er nog te redden is, en zoo zal er toch wel weer eens een periode aanbreken, dat men met elkanders smaak rekening gaat houden en dat men de over- 123

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 149