Fosse in 1826, Andreas Johannes baron van den Bogaerde van Terbrugge, heer van Heeswijk en Dinther, oud-districtscommissaris in het land van VVaes in 1830. Deze, om zijn kunstzinnigheid bekende edelman, was de oprichter van het Provinciaal Genoot schap van Kunsten en Wetenschappen in Noord- Brabant en bracht op zijn kasteel te Heeswijk een verzameling van antiquiteiten en kostbaarheden bij een, die in binnen- en buitenland groote vermaardheid verwierf. Deze collectie is in 18991901 door zijn erfgenamen onder den hamer gebracht en ging hierdoor helaas voor het gewest verloren. Op hem volgde in 1842 als Gouverneur het lid van Gedeputeerde Staten Mr Antonius Josephus Borret, gedoopt te Gemert (Kasteel) 12 Augustus 1782. Mr Borret, wiens vader Landschout was van stad en lande van Ravenstein en Rentmeester der Duitsche Orde der Commanderij van Gemert, was de eerste Noord- Brabanter, die tot het hoogc ambt van Gouverneur werd geroepen, maar tevens de laatste gouverneur, daar ingevolge de Grondwet van 1848 de titel van gouverneur op 10 Juli 1850 werd veranderd in dien van Commissaris des Konings. Van 1856 tot 1894 was Jhr Mr Paul Bosch van Drakestein, eigenaar van de Lage Vuursche, Com missaris des Konings, die tot heden het langst van alle gouverneurs en Commissarissen des Konings, n.1. 38 jaren, die functie bekleedde. Hij overleed te 's-Her- togenbosch 25 Mei 1894. Zijn opvolger, Mr A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, geboren te Elden 12 December 1858, oud-Burgemeester van Huissen en oud-lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland, bekleedde zijn ambt gedurende 34 jaren. 116

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 142