uitwerking en de uitvoering van zijn plan geschiedde door de Genie te 's-Hertogenbosch met de noodige controle van den architect, die ook het oog hield op het maken van het decoratieve beeldhouwwerk. In December 1779 berichtte de Directeur (der Genie) De Roy uit Den Bosch aan den Raad van State „dat „het Gouvernement aldaar met de maand December „in gereedheid zoude zijn, uitgenomen het opbrengen „der trophees en twee marmeren schoorsteenen, „hetgeen later zou geschieden". De verbouwing in den smaakvollen stijl van het einde der 18e eeuw mag geheel geslaagd heeten. De Hertog van Brunswijk Wolfenbuttel zou met die verbouwing geen besognes hebben gehadslechts was den architect opgedragen zich met den Gouverneur te verstaan over het aanbrengen der oude behangsels en wat daarmede verder in verband stond. Toen de Hertog van Brunswijk gedurende 25 jaren met de waardigheid van militair gouverneur der vesting 's-Hertogenbosch was bekleed, vond de stede lijke regeering aanleiding ter gedachtenis aan dat feit een zilveren gedenkpenning te doen slaan, waarvan zij hem 25 stuks in goud in een fraaie doos aanbood. Op 14 October 1784 legde de Hertog al zijn waardig heden neder, na daarvan kennis te hebben gegeven aan de Regeering van 's-Hertogenbosch, die hem ver zocht een afscheidsbezoek te mogen brengen, wat op beleefde wijze werd afgeslagen. Den 16en October daar aanvolgende vertrok de Hertog des morgens om half acht naar Aken. Hij overleed te Eisenach 12 Mei 1788. Op den „Dikken Hertog" volgde in 1784 als 18e gouverneur Egidius van der Dussen. Hij overleed te 's-Gravenhage 6 April 1791Als 19e volgde Willem Landgraaf van Hessen Phillippsthal (1791). 112

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 136