jgjgjïll zetelt in de hemeltente met schep- ter en wereldbol. Een volgend tafereel geeft ons Maria en Johannes als patronen der kerk te zien, waarbij St Lambertus, de patroon van het Bisdom Luik, waaronder 's-Her- togenbosch in de 15e eeuw res sorteerde, een plaats vindt. Daar onder is afgebeeld de doopscène van de Jordaan. St Johannes, met een schelp in de hand, giet het doopwater over het hoofd van den Zaligmaker, terwijl een Engel de zorg over het opper kleed van den Zaligmaker op zich heeft genomen. Op den rand van het deksel zijn de symbolen der Evangelisten, de adelaar, de leeuw, de vaars en de engel aangebracht. De zieken van Betsaida wachten aan den voet de beroering van het water door den engel af. Door een kostelijk en kunstig gesmeed ijzeren hef boom wordt het dekstuk van de vont geheven. Het choorgestoelte geeft i5e-eeuwsche houtsneekunst te bewonderen. De Gothiek maakt bij de afbeelding van een hoeveel heid dikwijls gebruik van „pars pro toto" (een deel voor het geheel). Door één enkel of heel weinige figuren beeldt de Gothieker gaarne een groote hoeveelheid uit. De „Dies Domini", het jongste gericht, wordt op de westelijke afsluiting aan de evangeliezijde door het lot, dat de gestorvenen ondergaan, zeer treffend en aangrijpend weergegeven. 82 Doopvont, 1492

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1950 | | pagina 100