dat zij in de eerste jaren van haar bestaan successie velijk overging tot de aankoop van een aantal fraaie en karakteristieke molens, welke anders vrij zeker onder slopershanden zouden zijn gevallen. Vaak werd de ver eniging daarbij gesteund door particulieren en gemeen tebesturen. Zo kocht zij in 1925 de stellingmolen „De Adriaan" aan het Spaarne te Haarlem. Deze molen brandde af in 1932, vlak na de algehele restauratie. In 1926 kocht zij de bekende stellingmolen „De Roos" te Delft, en in 1927 verkreeg zij zelfs een drietal mo lens, nl. „De Hollandsche Molen" te Neede, de „Spin- dersmolen" te Hardinxveld, welke in 1939 werd afge broken, en de paltrokmolen „De Eenhoorn" aan het Zuiderbuitenspaarne te Zuid-Schalkwijk. In 1928 volg de de aankoop van „De Walvis" te Schiedam en in 1929 werd de molen „Rijn en Lek", genoemd de „Mo len van Ruysdael", te Wijk bij Duurstede aangekocht. Een zustervereniging van „De Hollandsche Molen" is de vereniging „De Zaansche Molen" te Koog aan de Zaan. Zij streeft dezelfde doeleinden na als de grote vereniging, doch uitsluitend met betrekking tot de Zaan streek, en heeft zich o.m. ontfermd over de oliemolen „Het Pink" aldaar, waarin zich het fraaie molendiora ma van de schilder Mars bevindt. Een bezoek aan haar museum te Koog aan de Zaan is voor de liefhebber van de oude molens een openbaring. Ook andere verenigingen hebben goed werk gedaan voor het molenbehoud, niet in de laatste plaats de Bond Heemschut, welke ook vaak subsidies verleende bij herstellingen, en de Kon. A.N.W.B. Uit dit laatste blijkt tevens het grote belang van de molens voor het toeristische verkeer. De Bond Heemschut ijverde, zoals we bereids zagen, reeds in de dagen van vóór „De Hollandsche Molen" krachtdadig voor het hehoud van molenschoonheid. Het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap- 65

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 80