tour, en met ingevulde kleuren in bruin-zwart of groen.
Deze tegels zijn echter bij geringe hoeveelheden ge
maakt en alleen in Limburg toegepast als versieringen
van schouwen. Een enkele heeft weieens een hartroe
rende spreuk als opschrift, met een jaartal waaruit dan
de ouderdom blijkt.
Een mededeling, voor wie meer over de Limburgse tegel
wil weten, zie de vierde jaargang van Oude Kunst 1918.
Thans is deze industrie wederom door jonge mensen te
Tegelen opgevat en geeft goede werkstukken te zien in
siertegels van Limburgse klei, met ingedrukte figuren
in kleuren, afgedekt met loodglazuur, naar oude werk
wijze en vormen. Moge deze industrie groeien! Hier is
nog een stukje volkskunst in uitvoering en weder in
opkomst.
6. De Friese tegels
Gelijk bleek uit het genoemde tegelschilderij, een gelei
bakkerij afbeeldende, bestond er in Friesland en vol
maakte industrie van aardewerk en tegels. De publica-
tiën van notaris Nanne Ottema te Leeuwarden en de
musea aldaar verschaffen ons de gegevens.
Wanneer de eerste tegels in Friesland gemaakt werden,
is nog niet bekend. In 1660 werd een geleifabriek ge
sticht door Yme Freerks, later voortgezet door de fa
milie Tichelaar, welke onderneming nog steeds be
staat en te Makkum zeer goed werk maakt. Het mengen
van de klei geschiedt nu met een electrisch gedreven
kleimolen, die de taak van de paardenmolen heeft over.
genomen. Uit de molen wordt een lint van klei geperst
op een lopende band. Een lichtlopend wiel (van een
rijwiel) met dwars snaren erop gespannen, snijdt de
kleitegels op maat af. Het „vormen" geschiedt dus niet
meer. De kleitegels worden met een rol bewerkt, als
vroeger.
Het aanbrengen van „wit" geschiedt als oudtijds. Het
beschilderen geschiedt uit de hand, waarbij gebruik ge-
64