de breuk. Het „wit" is iets blauwachtig. De beschilde
ring heeft een eigen cachet, blauw en in kleuren, waar
bij fraai lichtgroen. De vroege soorten hebben hetzelf
de patroon als andere bakkerijen. De latere soorten
voorstellende dierfiguurtjes in cirkelvormige omlijs
ting. De omlijsting is echter geen trek, doch geeft het
aanzien van een bloemenkrans, waarbij het blauw af
gewisseld wordt met geel, terwijl de beestjes ook in
deze kleuren zijn geschilderd. Deze tegels werden ook
in blauw vervaardigd.
Buiten deze typische soorten werden er ook de alge
mene soorten in concurrentie met andere bedrijven ver
vaardigd.
Buiten de Haarlemse tegelbakkers moeten er in Noord-
Holland nog andere fabrieken geweest zijn en wel te
Purmerend en te Hoorn.
Bij herhaling treft men in dit district tegels aan waar
van de breuk rood is. Deze soorten zijn slap van teke
ning, met fletse kleur, iets groter van formaat en het
wit onregelmatig van kleur. Deze soorten beperken zich
lot ridders en grote figuren en speelgoedtegels.
5. De Limburgse tegels
De Limburgse tegels zijn minder bekend en door hun
aanzien niet gewild bij de verzamelaars. De Limburgse
tegels zijn gemaakt te Tegelen en te Megelsum om
streeks de jaren 1700—1820.
De klei, waarvan de tegels gebakken zijn, is roodbak-
kend en zacht. De tegels hebben ten dele ingedrukte
groeven, die de vorm van het patroon geven, met ertus
sen in geel of geelwit geschilderde versieringen, als
leliën en sluiten bij meerdere exemplaren aaneen tot een
vlakversiering. De tegels zijn overtrokken met een laag
doorschijnend loodglazuur, die de roode klei een bruin
aanzien geeft. Het formaat is 13 X13 cm. en 10 X10 cm.
Bij een andere soort is op iedere tegel een dierfiguur
of boom of plant ingedrukt, met verdiepte lijn als con-
63