DE HOLLANDSE VLOERTEGEL
Het vroege Hollandse interieur had stenen vloeren. De
wanden waren wit, die van de binnenzijde der buiten
muren en van de enkele binnenmuren. Veel indeling was
er in deze huizen niet. Er waren binnenmuren, echter
niet meer dan nodig was om de balkzolderingen te kun
nen dragen. Was meer indeling nodig dan bestond deze
uit een raamwerk van hout, aan één zijde bekleed met
schotwerk, veelal uiterst dun en met vernuftige ver
binding.
Behalve de stenen vloer en de witte muren was alles
van eikenhout: de vermelde wanden, de trappen, de bal-
kenzoldering met moerbinten en kinderbalken, de ven
sterbanken, de deuren en het schaarse meubilair. Ge
kleurde wandtegels kwamen nog niet voor. Het eiken
hout kreeg door de tijd een donkere kleur en stak don
ker af tegen de witte muren. Slechts was er een plint
van overeenkomende tegels als de vloeren.
We weten dit van de enkele overgebleven voorbeelden
en van de oude schilderijen van interieurs.
De vloer in bet Hollandse huis was hoogst eenvoudig.
Zij bestond uit gebakken tegels van vierkante vorm. Er
waren geen randen. Deze tegels werden gebakken van
dezelfde klei als de bakstenen, in de regel rood bakken
de klei. Zij komen voor ongeglazuurd en ook gegla
zuurd met doorschijnend glazuur tot een bruine kleur
geworden. Kleuren komen ook voor: geel, groen en een
enkele maal grijszwart. Elke tegel is niet meer dan een
kwadraat van een bepaalde kleur. De tegels zijn naar
onderen iets afgeschuind waaruit blijkt hoe ze gevormd
werden. De tegels werden eenkleurig, gelegd van de on
geglazuurde rode of de geglazuurde. Met de gele en
13
HOOFDSTUK II