rijke architectuur was ontworpen. De mooie trap
gevels, alsook de achtergevel hebben nog hun oor
spronkelijke 17e eeuwse architectuur behouden. Ook
het zeer fraaie torentje moet worden vermeld. De
schilderachtige oude voorgevel werd in 1889 bekleed
met een „halfsteens" muurtje, en verbouwd in een
karakterloze neo-grec-architectuur.
De gelukkige ligging van het rentmeestershuis in
verband met de straat getuigt weer hoe vroeger alles
harmonieerde: materialen, architectuur, ligging en
omgeving.
Van onze 17e eeuwse Turnhoutse trapgevels, waar
van vroeger de stad rijk voorzien was, bleef niet veel
over. De schoonste bleef bewaard in de zijgevel van
voormeld rentmeestershuis. Verder hebben we de
herberg „De Beurs", achter het Stadhuis, het enige
overgebleven oud trapgeveltje op de markt, maar
dat zeer gehavend werd door een smakeloze cement-
bepleistering, evenals de herberg „De Spiegel" in de
Otterstraat N° 27, waarvan de topgevel dateert van
1618,
De geschiedenis leert ons dat in 1678 talrijke
woningen een eigen typische naam hadden. Wij
leren er tevens de samenstelling van de stad uit in
dit jaar.
Op de markt bevonden zich in 1678 ongeveer 42
huizen, benevens het „Steentje", de vismijn, 4 water
putten en sedert 1692 verscheidene lindebomen. De
huizen droegen de namen:
Den Helm (hoek Markt en Zegeplaats)Het Wa
pen van Engeland, Den Toren, Het Roode Hert,
Het witte Hert, De Rooden Leeuw (hoek Gasthuis
straat en Markt), de drij Koningen, Den Zilveren
99