den rosse bos, Trees koek, Nelles stoef, Merte pinne-
kens, de pieper, Merten brem, den tjoekker, Janne-
ken dik.
Ook Turnhout heeft zijn „goei borgerij": Frans
gezind geworden sinds de Franse bezetting, en die
terecht spreekt over de 19e eeuw als over „den
goeien ouwen tijd". Dit was ook „hun" tijd. Hun
glorie kwam vooral tot uiting in „1'Echo de la Cam-
pine", „Société littéraire", „Société de musique",
„Société Ste Cécile", en andere gesloten gezel
schappen.
De middenstand vormt een belangrijk deel van de
bevolking: zeer nijverig en werkzaam, vindt zijn ge
not in een kleinburgerlijke levenswijze. Het handel
drijvende deel van de middenstand bestaat uit
ervaren kooplui, ietwat beïnvloed door de kruide
niersmentaliteit. Elke werkman en middenstander
van Turnhout telt in zijn voorgeslacht een wever en
een kantwerkster die 10 15 kinderen groot brach
ten en huisden in een „poort" of een „rij", want
in de 19e eeuw had men te Turnhout meer dan 100
poorten en tientallen rijen. Maar het is hoofd
zakelijk de middenstand die in de laatste halve eeuw
het uitzicht van de stad gewijzigd heeft, en thans
het meest actieve deel van de bevolking vormt.
Algemeen gezien is de Turnhoutenaar werkzaam,
nijverig en ondernemend. Hij ziet slechts de directe
noden, de noden van de dag, en dat heeft wel eens
tot vergissingen aanleiding gegeven. Er is ook een
Turnhouts spreekwoord dat zegt: ,,'n mens moet
twee keren bouwen". De naijver en de zucht naar
„iets anders" werkt bij hem prikkelend en onder
nemend tussen geburen, beroeps- en standgenoten.
10