komen aankloppen om hulp en steun, zijn raad in te winnen of zijn „toestemming" te verkrijgen. Zijn „woning" was afgesloten door een gracht en een warande, om het volk op afstand te houden, en was een machtig gebouw dat de geweldige macht van de bewoner weerspiegelde. Over de ingang van het Kasteel, in de Begijnenstraat, woonden de hoge ambtenaren van de „heer ende meester". Zijn rentmeester betrok een gebouw („Nuyens uit den toren"), waarvan de waardigheid schijnt te wedijveren met het raadhuis. Het forum of de markt was afgeboord met de voorname, breed- aangelegde burgerswoningen, waarvan de bewoners op het raadhuis iets te vertellen hadden. Iets verder van het forum, in de kleine straatjes die in de Patersstraat, de Otterstraat, en de Gast huisstraat uitgaven, en verder verspreid in het Vianen en op de Loechtenberg, woonden, in de kleine huisjes zonder verdieping, en afgedekt met pannen, stro en riet de volkslui: wevers, huidevet- ters, knechten, bierstekers en kantwerksters. Nog ver der stonden de hoeven te midden van akkers en velden en dan opende zich het gebied van de onont gonnen heiden, moerassen, vennen en bossen. De 18e, de 19e en vooral de 20e eeuw zullen veel veranderingen brengen, omdat de maatschappelijke verhoudingen ook veranderden. St Pieterskerk en Raadhuis zijn gebleven. In de „burcht" heeft de kasteelheer plaats moeten maken voor de rechterlijke macht. De voorname burgerswoningen langs de markt kregen in de vorige eeuw bijna alle een of twee verdiepingen, en hierin zien we de opkomst en de macht van de burgerij in de 18e en 19e eeuw. 42

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 40