wevershol) een gemiddelde hoogte van 2.20 m. met
raampjes in de achtergevel. Een open drinkwater
put die een ganse rij van water moest voorzien, en
daarnaast een reeks aaneengebouwde privaten.
Terwijl in de 19e eeuw onze voorouders getracht
hebben een bevolking van 20.000 zielen op dezelfde
oppervlakte te huisvesten als in de 18e eeuw 10.000
inwoners, door een centralisatie der bebouwing
(woningen bouwen in de hoven en het inrichten van
„poorten") zien we dat de 20e eeuw hierin verande
ring brengt. Enerzijds verbeterde de volkshuisves
ting, maar anderzijds nam de stad een stralende ont
wikkeling: de nieuwbouw ontwikkelde zich bij
voorkeur langs de verkeerswegen. Als we thans de
bestaande bebouwing bezien van onze stad dan
stellen we vast dat (vooral in de laatste 30 jaar) de
stad een inktvisvormige uitbreiding heeft genomen
die sociaal, economisch, hygiënisch en verkeerstech
nisch veel nadelen heeft meegebracht. Deze inktvis
vormige uitbreiding heeft praktisch Oud-Turnhout,
Sevendonk en Oosthoven met Turnhout verbonden
en als Vosselaar nog niet volledig met Turnhout ver
bonden is, is het dank zij de enkele prachtige lust
hoven die in de 19e eeuw door enkele gegoede bur
gers werden aangelegd, en dat niet al deze hoven
op een profijtige wijze in perceeltjes werden ver
kaveld. Door deze „lintbebouwing" werd de beplan
ting langs de verkeerswegen steeds verder uit het
stadscentrum teruggedrongen en in plaats van
bomen, velden, molens en hoeven kwamen onein
dige rijen ordeloos geplante huizen.
33
3