nieuwe nijverheid: na het slachten der schapen wer den deze van hun wol ontdaan en werden de huiden gelooid in de huidevetterijen. Het zijn deze nieuwe nijverheden die de stad deden bloeien dank zij het helder beleid van Maria van Gelre in de 14e eeuw. Aan het kasteel werden be langrijke vergrotingen uitgevoerd, in de St Pieters kerk kwam er een Kapittel met twaalf kanunniken en te Corsendonk werd een priorij opgericht. Drie feiten uit de 14e eeuw zeggen voldoende: Sinds 1338 bestaat onze Zaterdagse markt; in 1373 werd een lakenhal onder het stadhuis ingericht; in 1386 bloei den een schuttersgilde en een toneelmaatschappij „De Heyblomme". De St Pieterskerk, het Kasteel, het raadhuis, en de St Eeuwoudskapel waren toen reeds gebouwd, en gaven aan het stadsbeeld zijn panorama waarvan wij de algemene vorm thans nog kunnen nagaan. In de 15e eeuw was Turnhout niet de belangrijkste plaats uit de omgeving, vermits in 1450 onze stad slechts 6500 inwoners telde en Geel in die tijd op meer dan 8000 inwoners kon bogen. U zult wellicht vragen: waar zijn de middeleeuwse wallen rond de „stad" Turnhout? De heer van Turnhout zocht wel zijn bescherming door grachten te graven rond zijn kasteel, de bevolking van Turn hout echter heeft nooit de noodzaak gevoeld veel geld uit te geven voor militaire doeleinden. Keizer Karei had wel een plan beraamd om de stad met muren te omringen en met poorten af te sluiten, maar de Turnhoutenaars lieten aan Keizer Karei weten „dat zij liever de eerste Vrijheid bleven dan de laatste der steden te worden". 18

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 16