woning zijn de omlijstingen van ramen en deuren,
de kroonlijsten en de versierde sluitstenen boven
ramen en deuren verschillend. Voor hen die ver
trouwd zijn met de architectonische prestaties van
Taeymans, valt het niet moeilijk zijn werk uit dat
van zijn tijdgenoten te herkennen. Zulks bewijst dat
zelfs in de slechtste periode van de kunstgeschiedenis
het werk van een waar kunstenaar steeds naar voren
treedt.
Maar Taeymans, de grootstadsmens, die zich uit
Antwerpen in de kleine stad Turnhout kwam ves
tigen, die als provinciaal architect van het arrondis
sement Turnhout, 52 gemeenten, meestal kleine
landelijke dorpen, in zijn gebied had, en daar ook
voor de verschillende openbare besturen zijn kerken,
scholen, pastorijen en gemeentehuizen moest bou
wen, heeft nooit de geest van onze eenvoudige lande
lijke Kempische architectuur begrepen.
Hij was een man van zijn tijd, en het was een tijds
verschijnsel dat de strenge soms brutale eenvoud van
een landelijk bouwwerk, niet als architectuur werd
beschouwd, vermits toen als architectuur slechts
golden décor, effect, versiering en grootsprakerige
nabootsing. Wat zou dan ook een eenvoudig lande
lijk kerkje, een 17e eeuwse pastorij of een 18e
eeuwse hoeve of onze oude Begijnhof-woningen kun
nen gewaardeerd zijn.
Zijn landelijke kerken missen de landelijke vormen
taal. De diepere zin van de mooie landelijke oude
kerken, zoals deze van Wortel, Vorst-Kempen, Min
derhout, Oud-Turnhout, Weelde en meer andere
heeft hem nooit aangegrepen.
Hij brak de oude kerk te Oosthoven af, omdat hij
133