en koud aan, en een banaal torentje bekroont het
dak. De binnenarchitectuur van de kerk echter is
merkwaardig. Wij bewonderen de harmonieuze ver
houdingen en de kleur van de bakstenen kolommen
met de witstenen „speklagen", de kapitelen en de
blauwstenen voetstukken, de gemetselde kruisgewel
ven met de zware witstenen ribben. Dit interieur
nochtans zou aan waarde winnen wanneer er een
sobere muurschildering aangebracht werd. De be
meubeling in neo-gothiek is zonder belang.
Taeymans zou zijn laatste werk, de kerk van het
H. Hart aan de westzijde van de stad, op de „Loech-
tenberg", nog zelf ontwerpen, maar moest de leiding
over de uitvoering, in het begin van deze eeuw,
overlaten aan zijn zoon Jules. De ligging van het
trouwens kleurloze gebouw is weinig interessant, en
de banale streng-archeologische architectuur is van
geringe betekenis, en de banale omgeving maakt het
geval nog erger.
Omstreeks 1905 ontwierp architect Jules Taeymans
een stratenplan rond het kerkgebouw, maar het werd
niet uitgevoerd. Door dit stratenplan zou rond het
gebouw meer ruimte gebracht zijn, en omlijst door
een boombeplanting zou het stellig aan impressie
hebben gewonnen.
Tot besluit dit:
Taeymans was niet de cliché-architect, die, eenmaal
een bouwtype aanvaard, zich gedurig herhaalde. Het
is opvallend dat er te Turnhout geen twee wonin
gen zijn, door hem gebouwd, die eenzelfde uitzicht
hebben, buiten de twee naast elkaar gelegen wonin
gen op de Merodelei N° 32 en N° 34. Van elke
131