NEGENTIENDE EEUW Om de geest van de 19e eeuwse architectuur te benaderen is het nodig dat wij vooraf de evolutie ervan schetsmatig overzien. Het is alleszins gemakkelijk critiek uit te brengen op de weinig comfortabel 19e eeuwse woningen, op de slechte planindeling, de meestal overladen architectuurvormen en de overdreven gehechtheid aan het detail. Meer dan welk ander kunstvak is de architectuur gebonden aan de tijd. De architect schrijft de geschiedenis van zijn tijd met de hem ten dienste staande materialen en constructiewijzen. De architect is kunstenaar, maar daarnaast ook prak tisch mens, die gedurig af te rekenen heeft met een onnoemelijk aantal materiële factoren. De 18e en de 19e eeuw heeft geen grote stijl voort gebracht. In de steden was het bouwen namaak van de Fransen, omdat het kunstleven in Frankrijk, door zijn algemene machtspositie gesteund, geheel Europa heeft beheerst. Onze kunstenaars bleven dienaars van het Grieks-Latijns schoonheidsideaal, hetwelk zich in de 19e eeuw uitte in het classicisme, de Empire, of de stijl van het Eerste Keizerrijk, de Neo- Grec, of de stijl die haar motieven zocht in een Grieks classicisme en de neo-Franse Renaissance. Van de 18e tot het einde van de 19e eeuw (ongeveer tot 1880) werden in Turnhout alle burgerlijke ge bouwen in een klassieke geest ontworpen. Zelfs de kerkelijke gebouwen waren van dit classicisme door drongen (kerk van de Paters Jezuïeten in de Heren- talsstraat en de kerk van het Gasthuis)Het is 116

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 114