deze streek maar slecht te bewonen was. De bodem bestond uit onvruchtbaar zand, terwijl vlak daarachter zich een moerassig gebied bevond. De naam van de stad duidt daar eveneens op. Bergen op Zoom, dat wil zeg gen, helling op de diluviale zoom of rand. Die zoom sprak juist sterk als boord langs de Schelde en door de moerassen, welke achter die rand lagen. De naam Ber gen is gegeven door de Franken, die in de vierde eeuw deze streek doortrokken en bewoonden. Overlevering brengt de oudste geschiedenis van Bergen op Zoom in verband met het grondbezit van de heilige abdis Geretruda (620653), dochter van Pippijn van Nijvel. Met recht. Tussen de jaren 629 en 642 verkon digt Sint Amandus in het gebied van Schelde en Leie het evangelie en uit diezelfde tijd dateert het verblijf van Geretruda in het jonge Bergen. Daar heeft volgens een oude traditie de heilige Amandus haar ook een kloostertje of kapel ingewijd, zo mag worden besloten uit een vervalste oorkonde welke 1 Juni 922 aan de abdij Thorn is verleend. De vervalser dezer oorkonde heeft deze traditie niet uitgevonden, maar ten onrechte op Geertruidenberg toegepast. Wat met dit Bergen wordt bedoeld, leert ons een tweetal bevestigingen van de Duitse keizer Otto I uit de jaren 966 en 967. Ook deze stukken zijn stellig vervalst, maar hun inhoud mag als juist worden aanvaard. In bedoelde charters is sprake van drie villae of landgoederen met de naam Bergen, slechts één ervan betreft Bergen op Zoom. De teksten spreken van een landgoed „in sita pago Tes- sandria, super fluvio Struona, in villa quae dicitur Bergom", wat niet anders is dan Steenbergen. Een tweede landgoed „in pago Scaldis, villam Berghis" is Bergen op Zoom, waarmee wordt aangegeven dat de villa Bergen het middelpunt is der Nijvelse bezittingen 10

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 8