Tussen 1870 en 1872 volgde het slechten: 7. van het bastion Belvédère en het ravelijn Antwer pen, waarop de huizenblokken tussen Kijk in de Pot en Koepelstraat werden uitgezet, terwijl in 1875 werd overgegaan tot het slechten van: 8. het bastion Gadelière, Hartel en Ginkel. Van het eerste bastion is nog een klein gedeelte bewaard. Hun plaats werd geen onderdeel van de woonstad. De nieuw aangelegde wegen zijn alle in het stadsbeeld te herkennen. Vrij plotseling immers worden de straten bij het verlaten van Kleine Bosstraat, Steenbergsestraat en Wouwsestraat breder, zodat men als het ware de oude stad in de nieuwe uitbreiding ziet liggen. In 1876 begonnen de onderhandelingen betreffende de slechting van het z.g. Noorderfrontier. Dit bracht de meeste moeilijkheden mee, want dit was een nat front. Er moest dus een andere uitmonding worden gegraven, juist door een vrij hoog gelegen gedeelte der stad, voor het water van de voormalige Moervaart, nu de Zoom geheten, dat de nieuw gevestigde suikerindustrie boven dien niet missen kon. In 1885 werd met dit werk begon nen, wat de gehele regularisatie van de Zoom van de grens bij Esschen tot Bergen op Zoom inhield. Bij de wet van 4 Mei 1882 kwamen de wegen op de ge slechte gronden ten Noorden van de stad met nog enkele andere terreinem in handen van de stad. Dit stelde de gemeente Bergen op Zoom in staat een „Volkspark" aan te leggen, waarvan de architectuur werd toevertrouwd aan de bekende Rosseels uit Leuven. Hij heeft daarbij van de situatie van het terrein goed gebruik gemaakt. Zo werd zijn plan tot een zeer aantrekkelijk geheel, dat ook vanwege de soort van bomen het bekijken waard is. Omdat het zuider- en oosterfront het eerst was geslecht 70

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 76