uitbreidingsplan der stad, dat zo goed aansluit bij de
bestaande plattegrond. Bij de uitvoering van zijn op
dracht te Bergen op Zoom, merkt men uit zijn brieven
zeer goed, dat hij ver vooruit zag voor wat betreft
stedebouwkundige problemen. Aanhoudend verdedigt
hij met kracht de ruime breedte der straten, dubbele
rijwegen gescheiden door plantsoenen, tegen de opvat
tingen van het gemeentebestuur. Volgens de officiële
aanbestedingsstukken werd in 1868 begonnen met het
slechten der vesting en dit in de volgende étappes:
1. het slechten van het bastion William en het maken
van een weg in het verlengde van de Wouwsestraat.
Dit werd de Stationsstraat (het station was het jaar
tevoren voltooid) en de Bredasestraat;
2. het slechten van de poterne Stoelemat en bastion
Beckaf, hierdoor ontstond het Geertruidaplein;
3. het slechten van bastion Coehoorn, waar de Ant
werpsestraat op werd geprojecteerd;
In 1869 volgde het slechten van:
4. het ravelijn Wouw en het bastion Noyelles, wat een
betere uitweg mogelijk maakte in de richting Wouw-
Roosendaal;
5. de Steenbergse poorten en het leggen van een dam
door de natte gracht bij die poort, wat in 1871 het
aanzijn gaf aan de huidige Burgemeester Stule-
meijerlaan met plantsoen;
6. van het bastion Pucelle en de ravelijnen Wassenaar
en Dedem, waarop werden aangelegd: Zuid Oost
singel, Wassenaarstraat, van Dedemstraat, St Josef-
straat, Kloosterstraat, Burg. van Hasseltstraat.
69