een oplossing gezocht. Wanneer men de twee bekende plaatjes, welke Spilman van de Grote Markt in 1739 (Kerk en stadhuis) tekende, vergelijkt met wat men er na 1750 van gemaakt heeft, dan rijzen de haren bij ieder mens met smaak ten berge. Vergelijken we de enkele huizen waarvan de bouwtekening bewaard bleef, met wat er nu staat, dan is de stad min of meer een aangeklede ruïne. Veelvuldig is gebruik gemaakt van afgebikte oude steen. Vandaar dat de meeste huizen gepleisterde gevels hebben, die geverfd kunnen worden. Dit procédé is na de ontmanteling van de vesting wederom veelvuldig toegepast en dit geeft aan Bergen op Zoom naast zijn middeleeuwse stratenaanleg een zuidelijk Brabants cachet. Dit cachet vindt natuurlijk zijn geestelijke oorsprong bij de inwoners. De vestiging van een groot aantal vaklieden uit de zuidelijke Neder landen is voor de mentaliteit van de bevolking zeker van doorslaggevende betekenis geweest, vooral waar deze immigratie zich tot 1830 heeft voortgezet. Door het bombardement verdwenen de laatste resten van de Lakenhal op de Markt bij het begin en de toren van de St Pieterskapel in het midden van de Hoog straat. Deze toren werd in 1751 afgebroken. Tot 1747 toe had het gespaarde middeleeuwse gedeelte van de St Geertruikerk de stad beheerst, de zware beschieting liet van dit geheel weinig meer over dan de stenen romp van de toren en de opstaande muren van het kerkgebouw. De tragische geschiedenis van de wederopbouw vertellen we verderop. Sedert dien beheerst de houten toren bekroning, in de volksmond „Peperbus" genaamd, het stadsbeeld. 64

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 68