vesting Bergen op Zoom verliest hierdoor haar erenaam „Pucelle" (is: de Maagd), haar gegeven omdat tot nu toe elke belegering vruchteloos is geweest. Het répertoire van Franse soldatenliederen is sedert dien een nummer rijker. Het begint met de woorden „S'tila qu'a pincé Bergen op Zoom", doch de rest van de tekst is me onbekend. Talloze bewoners verlieten tijdens de belegering de stad. Eerst evacueerden de meeste vrouwen, later gingen ook vele mannen heen, de meerderheid van de vroedschap was zelfs vertrokken. Slechts een klein aantal personen was achtergebleven. Tengevolge van het maandenlange bombardement met zeer brandbaar materiaal van nieuwe vinding, was het zuidelijk stadsgedeelte geheel verwoest en andere delen zwaar beschadigd, zodat de Franse troepen er zelfs niet ondergebracht konden worden. Maar ook voor de bewoners was voorlopig geen plaats. Na het sluiten van de vrede duurt het tot 1750 voor dat de inwoners gelegenheid krijgen de stad te herbouwen. Verschillende oude bewoners keerden echter niet terug. Door het opzij schuiven van gilde keuren werd gepoogd de zo hardnodige vaklieden uit de bouwvakken naar Bergen op Zoom te krijgen om het geweldige werk van de wederopbouw ter hand te nemen. De vreemden die zich vestigden kwamen meestal uit de provincie Antwerpen en de Kempen. Dit heeft uiterlijk en innerlijk het uitzicht van Bergen op Zoom bepaald. Immers het waren over het algemeen niet de beste vak lieden die zich in het geteisterde Bergen vestigden. Daar komt bovendien bij, dat het herstel uit een zeer bekrompen beurs moest geschieden. Zo hebben de her bouwers zich veelal bepaald tot het maken van woon ruimten zonder meer, meestal zonder enige smaak. Op de goedkoopste en eenvoudigste wijze werd voor alles 63

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 67