omdat Spinola langs de oostzijde van de stad een rij van
schansen had gelegd, door een loopgraaf verbonden,
welke dienden om het noorder- en zuiderkwartier te
verbinden en om de stad aan de oostkant geheel af te
sluiten. Het is de Spanjaarden echter niet gelukt een
sluiting van de haven te bewerkstelligen, ofschoon ook
daartoe verschillende pogingen werden gedaan. De
schepen bleven dus in en uit varen. In de stad werd
koortsachtig gewerkt om de wallen en de andere verde
digingswerken steeds te verbeteren en te versterken. Ook
de vervallen schans Kijk in de Pot werd weer bezet.
Hoewel de vijand nog aanzienlijke versterkingen kreeg
toegevoerd lukte het hem niet de stad tot overgave te
dwingen, dank zij de waakzaamheid en de moed der
verdedigers van de schansen en ravelijnen, die op zeer
gunstige plaatsen waren aangelegd, zodat de plek, waar
werkelijk gevochten kon worden, te klein werd. Eind
September rukte Prins Maurits met een groot leger op
tot ontzet van de vesting. Spinola had ook hierop gere
kend bij de aanleg van zijn schansen. Bovendien doet
hij op 30 September nog een uiterste poging, de haven
geheel af te sluiten, door al het geschut wat hij missen
kan op de havenmond te richten. Het geconcentreerde
vuur van de belegerden op deze batterij ten noorden van
de stad (Spinolaberg?) verijdelde zulks. Maurits is 2
October reeds tot Roosendaal genaderd. Toen begreep
de Spanjaard verloren te hebben en oordeelde hij het
raadzamer het beleg op te breken. Haastig trok Spinola
de 3e October met zijn troepen naar het Zuiden, na de
schansen in brand te hebben gestoken. Des avonds werd
door de Spanjaard het Zuidfront ontruimd, zijn aftocht
beschermend met een sterke achterhoede.
Gedurende de hele belegering was de haven open ge
bleven. Hierdoor was de aanvoer van troepen, krijgs-
54