troepen binnen de stad gelegerd waren. Van deze wei
nigen werden er bovendien in deze kritieke dagen nog
aan de vesting onttrokken (13 Juli). In deze gevaarlijke
omstandigheden was het niet overbodig, dat de gou
verneur vier burgercompagnieën gelastte de wacht
dienst te betrekken.
Om voor verrassing gevrijwaard te zijn nam men ook
verschillende technische voorzorgsmaatregelen. Dus
werd er hard gewerkt aan de vestingwerken ten einde
deze in staat van tegenweer te brengen. Deze fortifica-
tiewerken werden aangelegd onder toezicht van David
van Orleans, de bekende vestingbouwkundige uit die
dagen.
Zodra de Staten van Holland en Zeeland de ernst van de
toestand inzagen, werden ook troepen, munitie en
levensmiddelen naar Bergen op Zoom gezonden, zodat
er ten slotte wel een vijftig compagnieën binnen de
vesting waren gelegerd. De inkwartiering van deze
troepen baarde nog al enige zorgen in een stad van
ongeveer zeven duizend inwoners. Voor het zover was
rukten de Spanjaarden over Wouw naar Steenbergen,
dat slechts bezet was door een vendel ruiterij. Kanonnen
waren daar zelfs niet. Toen de vijand het gesehutsvuur
op Steenbergen opende was de commandant wel ver
plicht nog dezelfde dag de vesting over te geven (18 Juli
1622). De hoofdmacht der Spaanse troepen lag toen nog
te Calmpthout onder bevel van Paulo Baglioni. Met zes
a zevenduizend man marcheerde die over Huybergen in
de richting van Bergen op Zoom.
De stad werd 19 Juli 1622 het eerst aan de zuidzijde uit
de richting van de Raayberg en (Oud) Borgvliet be
dreigd, daar vonden de eerste schermutselingen plaats.
Indien de vijand met kracht had doorgezet en niet eerst
Steenbergen had aangevallen, zou hij Bergen met één
52