Erg vlot verlopen deze werkzaamheden niet, want in 1591 beraadslaagt de vroedschap over de vraag of men niet beter doet eerst de Bospoort en dan de Begijnepoort te maken. Het spreekt voor zich, dat de beide oude poorten van die naam evenals de Steenbergse en Wouw- sepoort alle reeds onder slopers handen waren gevallen, om door nieuwe, meer moderne verdedigingsstukken te worden vervangen. Het bolwerk aan de Begijnepoort schijnt eind 1593 voltooid te zijn. De plaats waar dit stuk verdediging verrees was en is nog het laagste stads gedeelte. Dus besloot men in 1593 dit bolwerk blijvend rondom in het water te leggen. Dat aan deze versterkingen de nodige zorg en aandacht werd besteed was geen overbodige weelde. Steeds im mers patrouilleerde de vijand rond de vesting en in 1594 wordt er bijv. een aanslag gepleegd op de stad, juist als prins Maurits binnen de vesting vertoeft. De krijgsge- beurtenissen van deze jaren geven de stadhouder aanlei ding in 1596 de vesting Bergen op Zoom nog eens grondig te inspecteren en hij geeft last het Zuiderfort op te maken. Hier komt voor het eerst de naam „Fort" naar voren. Daar is mee bedoeld een versterkte lijn van het bolwerk vóór de Bospoort naar de Schelde. Bij latere versterkin gen is dit steeds meer uitgebouwd. In de moderne tijd ontleende een stadsdeel er zijn naam aan. Voor het Zuiderfort moesten duizend tot twaalf honderd man aan het werk gezet worden. Vooral na de verovering van Hulst oefent de Prins de nodige druk uit om dit werk klaar te krijgen. Op zijn bevel moeten buiten de St Jacobspoort aan de Haven een bolwerk en aan het havenhoofd fortificaties gemaakt worden. Ook tussen de Bospoort en de Poedertoren dient een nieuw bolwerk te verrijzen. Het was verre van overbodig, dat er aan 48

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 50