huis. De voornaamste verpleegden waren natuurlijk soldaten uit het Staatse leger. Hun verblijf droeg er niet toe bij de goede geest te be vorderen onder de zusters. Vooral het beleg van 1588 schijnt funest te zijn geworden voor de kloostergeest. De zusters die trouw wilden blijven aan hun klooster geloften vragen en krijgen in 1589 ontslag van hun verbintenis met het stadsbestuur. De leiding komt dan in handen van leken. Zij gebruiken de kerk niet en nu houden de Engelse militairen hier voortaan hun gods dienstoefeningen. Een der slaapzalen is in 1595 in ge bruik als Lakenhal voor de dan tijdelijk weer opluikende lakennijverheid. Het torentje van het gebouw blijft intact, in 1608 wordt het zelfs opnieuw gedekt. Ingrijpend is de wijziging welke het stadhuis heeft on dergaan, doch dat is op de plattegrond niet te zien. Het meest opvallend is de uitleg der vestingmuren. De voort durende oorlogstoestand en verschillende belegeringen leerden de militairen, dat de oude stadsmuren met hun ronde torens onvoldoende weerkracht bezaten. Zij beginnen de bouw van ravelijnen, driehoekige ver sterkingen, welke op verschillende overzichtelijke pun ten vóór de stadsmuur worden aangelegd. In 1585 vindt de bouw plaats van een ravelijn voor de Wouwse en de Steenbergsepoort. Ter beveiliging van de haven graaft men in 1587 de Nieuwe Haven in het Zuid- land (thans reservoir voor zwembad) en begint de bouw van het Zuiderfort. Dit verdedigingsstelsel aan de haven wordt in 1588 verder voltooid door het opwerpen van z.g. courtines (wallen) langs de Nieuwe Haven en de zuidelijke havendijk, terwijl aan het Hellegat een ravelijn in orde wordt gemaakt. 46

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 48