De natuur hielp ook een handje mee. In het najaar van 1570 teisterde een stormvloed zeker voor de vijfde maal in die eeuw de Scheldestreek. Dientengevolge braken de dijken door van het Noord- en Zuidland. Alleen een smalle strook langs de haven bleef droog. De rest liep onder en bleef om redenen van strategische aard drijven tot in de moderne tijd. Brand vernielde de Lieve Vrou wekapel bij de havenmond, wat er over bleef gelastte het stadsbestuur in 1574 af te breken. Aan de landzijde benutte men eveneens het water voor de verdediging. De afwatering van de lagere gronden in de nabijheid van de stad, gelegen langs de Moervaart, werd allesbehalve bevorderd. Vandaar dat men aan de oostzijde der stad „de Lage Meeren" op de kaart dras gezet vindt, ter beveiliging van de vesting. Wanneer de Nederlanden in de Pacificatie van Gent tijdelijk de eenheid hervinden, komt het Markiezaat terug aan de wettige erfgename Margaretha van Me- rode, die in 1578 huwt met Jan van Withem. Deze was vrij Spaans gezind. Tegen diens zin sluit de stad zich in 1579 aan bij de Unie van Utrecht. Het eerste gevolg was, dat Bergen een garnizoen moest binnen laten, dat de Katholieken allesbehalve goed gezind en bovendien muitziek van aard was. Wanneer deze soldaten op 15 Augustus en nogmaals de 8e November 1580 aan het muiten slaan, is dit voor verschillende burgers aanlei ding hieraan mee te doen. De deelnemers hadden het niet alleen gemunt op de sieraden en de inventaris van kerk, kapellen en kloosters, maar erger was, dat ze deze gebouwen zelf in de vernieling betrokken. Reeds enkele dagen later ziet de Raad bijv. geen andere oplossing dan het Begijnhof, dat zoveel geleden had, geheel af te breken en de materialen elders te benutten. Dezelfde weg ging het op met het St Elisabethsgasthuis 42

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 44