een eenheid in streven, zij het dan met een ander doel.
Bergen wil uit economisch en nationaal belang de een
heid der Nederlanden. Daarom is hij anti-Frans en pro-
Engels. Als kampioen der gemengd nationaal-dynastieke
staatkunde trekt hij zo de aandacht, dat vreemde gezan
ten niet kunnen nalaten in hun rapporten er op te wij
zen, dat Bergen vóór alles Bourgondiër is. Hij was
daarmee de andere edelen van zijn tijd ver vooruit.
Vandaar dat Karei V met de anderen gemakkelijk spel
heeft en de Nederlanden kan doen opgaan in het samen
stel van Staten dat het Rijk van Karei V heet. Zij zullen
hun onafhankelijkheid pas herkrijgen door de opstand
tegen de tyrannie juist door dat Rijk in het leven geroe
pen. Tot de voormannen, die de grondslag gelegd heb
ben voor de zelfstandigheid der Nederlanden behoort
de kleinzoon van Jan III: Jan IV van Glymes, markies
van Bergen op Zoom, 15501567, vriend van Oranje.
Hij stierf in Spanje, nadat hij met Montigny aan Koning
Philips II het smeekschrift der edelen had voorgelegd.
De ballade door Anton van Duinkerken aan deze figuur
gewijd, peilt zijn geestesgesteldheid wel ten volle.
Jan IV heeft al het mogelijke gedaan om het economisch
peil van zijn stad te handhaven. Dat is hem niet mogen
gelukken. In November 1530 was zijn heerlijkheid ook
getroffen door de vreselijke watersnood, welke de pol
ders va.n West-Brabant en Zeeland tot Antwerpen toe
deed verdrinken. Een groot deel van Zuid-Beveland
(Reimerswaal) verdween in de golven. Deze ramp heeft
er toe bijgedragen de vaargeulen naar zijn stad minder
bruikbaar te maken. De Honte wordt dan voorgoed de
hoofdverkeersader voor de handel te water. Met be
paalde financiële maatregelen en de loop der geschie
denis heeft dit de ondergang van Bergen op Zoom als
koopstad bezegeld.
40