behandeling evenals de twee belangrijkste bouwwerken
van de stad, het Markiezenhof en de Kerk.
De werkzaamheden die het Markiezenhof de huidige
vorm gaven begonnen in 1485 en eindigden in 1520.
Aan de kerk werden in 1498 uitbreidingen ondernomen.
Zo bereikte de stad rond 1530 haar grootste omvang.
Pas na 1900 is het aantal inwoners groter geworden dan
het in 1530 was (tienduizend). De inwendige stadsvorm
bleef in grote lijnen dezelfde.
De heren van Glymes
Deze eindvorm heeft de stad bereikt onder de regering
van Jan III van Glymes (14941532), die na Jan
metten lippen mag gelden als de voornaamste heer van
Bergen. Hij was niet alleen actief werkzaam ten bate
van zijn stad, maar was ook één van de voornaamste
raadslieden van Margaretha van Savoye, de landvoogdes
der Nederlanden. Hij bewoog zich daarbij zowel op het
gebied der binnen- als dat der buitenlandse politiek.
Deze politiek had als uitgangspunt: het bevorderen van
de belangen der Nederlanden, beter van Bourgondië,
d.w.z. het geheel van gewesten, dat de Bourgondische
hertogen onder hun bestuursmacht hadden weten te
brengen. Niettegenstaande tegenwerking en bestrijding,
blijft deze Glymes heel zijn leven op de bres staan voor
een vriendschappelijke verhouding tussen Bourgondië
en Engeland. Dit taaie volhouden vele jaren lang eist
een rotsvaste overtuiging en een sterk en hoogstaand
karakter. Hij moet ook over grote overredingskracht
hebben beschikt en de kunst van verstandig overleg
hebben verstaan want de koning (-keizer) Maximiliaan
en de Landvoogdes vaardigden hem geregeld af naar
moeilijke statenvergaderingen en lastige stadsbesturen
om iets te bereiken. Dit vorstelijk vertrouwen bewijst
39