zag. Het ging er nu maar om de medewerking te krijgen van het plaatselijk kerkelijk gezag. De kanunniken waren wel bereid deze toestemming te geven mits de pastoor der parochie niet in zijn rechten werd verkort en het bestuur van het hof goed geregeld was. In 1492 beginnen de beraadslagingen over het terrein en de be paling van de grootte ervan, terwijl een landmeter wordt uitgezonden om elders dergelijke stichtingen op te meten. Hoewel er van de zijde van de bisschop en de Paus nog moeilijkheden werden gevreesd, kwam 25 Augustus 1495 het decreet van Rome af, waarbij de oprichting van een Begijnhof te Bergen op Zoom voor geoorloofd werd verklaard. De Rekenkamer van de heerlijkheid wijst in 1496 de plaats aan waar het Begijnhof zal komen, n.1. ten noorden van de Wouwsepoort, tegenover de Verloren Costpoort. De stad kocht de grond en gaf de harde dakbedekking ten geschenke. In het voorjaar van 1497 werd met de bouw begonnen en in 1498 had den de inwijdingsplechtigheden van de kerk plaats. Het Begijnhof was 20 gemet groot en telde in 1526: 53 huizen, waarvan er elf niet waren bewoond. Het grootste aantal, 36 huisjes, was ingericht voor één persoon en hiervan waren 13 woningen bestemd voor niet-bemid- delde zusters. Zes huizen waren ingericht voor meerdere bewoonsters. Een dier grote panden deed dienst als ziekenhuis voor de zwakke en ziekelijke begijntjes, in een ander gaven de Begijnen school. Ziekenhuizen Buiten de Wouwpoort vinden we op van Deventers kaart nog enkele complexen van gebouwen. Een verza meling huisjes, de Lazarinen genaamd, diende reeds 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 37